Voetgolf |
|
|
|
|
|
|
|
Aantal spelers: 3 per doel
Groep: 3-8
Bij voetgolf probeer
je de bal
schietend in het doel te krijgen. Om het extra leuk te maken,
kun je voor iedere leerling een scoreformulier maken. Zo kunnen de leerlingen zelf bijhouden hoeveel
punten zij hebben behaald.
Hieronder zie je een paar
voorbeelden. |
|
|
|
Hole 1 Zet voor de kastkop twee springplanken.
Achter het kastdeel zet je een korf. Ga
naast de pilon staan.
Probeer de bal over de springplanken in de korf te
schieten. |
|
|
 |
|
|
|
|
Hole 2 Zet twee kastdelen neer. Leg op de
kastdelen een hoepel. Kies zelf vanaf welke
afstand je kunt schieten.
De bal moet via de hoepel in de kastdelen geschoten
worden. |
|
|
 |
|
|
|
|
Hole 3 Zet twee springplanken achter elkaar
neer. Daarachter komt een korf te staan. Kies zelf de afstand van
waaraf je gaat schieten.
Probeer de bal via de springplanken in de korf te
krijgen. |
|
|
 |
|
|
|
|
Hole 4 Zet vier banken neer, zoals op het
plaatje is afgebeeld. Leg op het matje een
hoepel. Probeer vanaf de pilon te bal in de hoepel te
schieten.
De bal moet stil in de hoepel
liggen. |
|
|
 |
|
|
|
|
Hole 5 Hang twee hoepels in het wandrek.
Probeer vanaf de
pilon de bal door de hoepel te
schieten. |
|
|
 |
|
|
|
|